Afgelopen woensdag en donderdag organiseerde de WVA (Werkgroep Vakantie-Activiteiten) weer de jaarlijkse Zomerspeldagen. Vorig jaar viel deze activiteit uit door gebrek aan vrijwilligers, maar dit jaar konden de Zomerspeldagen wel doorgaan. Zonder vrijwilligers kan de WVA niet. Wij waarderen ook enorm de vrijwilligers die dit jaar de zomerspeldagen mogelijk hebben gemaakt. Met 68 kinderen bij het huttenbouwen bij het Openluchtspelterrein (groep 4 t/m 8) en 38 kinderen bij de dierendag (groep 1 t/m 3) bij de molen èn ruim 40 vrijwilligers was er een goede opkomst. De regen mocht de pret niet drukken.
Vanwege de regen stonden er bij de molen 3 tenten waaronder geknutseld kon worden. Bij de dierendag werd er een complete dierentuin in elkaar geknutseld, maskers gemaakt en t-shirts beschilderd. Dan lunchen met broodjes knakworst en wat te drinken. Ook een ijsje aan het eind van de dag was inbegrepen. 's Middags was er een spelletjes circuit en dat leverde hilarische momenten op. Rond 14.30 uur werden de kinderen weer opgehaald door de ouders. Kortom een geslaagde dierendag.
Het hutten bouwen mocht zich dit jaar verheugen in een gemengde begeleiding van bijna evenveel moeders en vaders. Er werd fanatiek getimmerd en gezaagd. Al snel stonden er een aantal prachtige bouwwerken. Dit werd op de tweede dag afgemaakt met versieringen en nog diverse aanpassingen. De lunch bestond uit boven een vuur zelfgebakken broodjes met knakworst. Rond 14.00 uur kwam het sein afbreken en werd er net zo fanatiek afgebroken als er eerst opgebouwd werd. Afgesloten werd met een ijsje.
De Werkgroep Vakantie-Activiteiten wil iedereen bedanken voor alle hulp, zoals alle vrijwilligers, het lenen van de tenten, het gebruik van de molen en de faciliteiten van het openluchtspel, de leverancier van het hout, etc. Iedereen ontzettend bedankt voor het mogelijk maken van de Zomerspeldagen. Hopelijk tot ziens volgend jaar! Foto's van deze dagen staan op de hyves van jongerenwerk zweeloo/Aalden en komen binnenkort op de site welzijn2000.nl.eu.org. (Foto's en tekst: Monique Jonkman-Koolen)