In de zomer en zelfs in de winter als het weer zich een beetje van z’n goede kant laat zien, kan het zomaar gebeuren dat men op het stukje groen aan de linker kant van het weggetje richting voetbalveld een aantal mannen ontwaart, die met vishengels in de weer zijn. Wat doen die mannen daar toch? Zijn ze aan het vissen op het droge? Nieuwsgierig Aagje trok de stoute schoenen aan en met in haar kielzog haar trouwe viervoeter ging ze op onderzoek uit. Ze wilde het fijne er wel eens van weten.
Ze maakte kennis met Ferdy Geerdink, die aan de Valsakker in Aalden woont. Ferdy is de enige gediplomeerde instructeur op Europees niveau in Noord-Nederland en tevens voorzitter van de vliegvisvereniging Nieuw-Amsterdam.
Hij wilde er met plezier iets over vertellen.
Het vliegvissen is hier nog vrij onbekend, maar blijkt toch al meer dan 200 jaar te bestaan. Vooral in Engeland wordt het veel gedaan en van daaruit is het overgewaaid naar de rest van Europa. Overal waar vis zit en waar de gewone vissers vissen op bijvoorbeeld snoek en baars, vissen deze vliegvissers ook. Het verschil is dat er bij het vliegvissen geen levend aas gebruikt wordt maar nepvliegjes, die je in alle vormen en maten en kant en klaar kunt kopen in de winkel. Echter, je kunt ze ook zelf maken en dat alleen al is een hobby op zich.
Nog een verschil is de lijn die aan de hengel verbonden is. Omdat die nagebootste vliegjes praktisch geen gewicht hebben en omdat een lijn uitgooien zonder gewicht niet wil, is de lijn die aan de hengel verbonden is bij deze vorm van vissen dikker.
Vliegvissers vissen in stromend water en verplaatsen zich voortdurend, omdat ze als het ware de vis opzoeken. Een stoeltje hebben ze dus niet nodig, wel dragen ze altijd een speciaal vest met alle benodigdheden, zoals een doos met vliegjes, een doos met lijnen en nog speciale draadjes, die tussen de vlieg en de vlieglijn zitten. Zo’n draadje noemt men een leader.
Samenvattend komt het er op neer, dat het de kunst is je te verplaatsen in de vis.
Welke kant zwemt hij op, heeft hij honger of geen honger en zit hij diep of juist ondiep, want als dit laatste het geval is, dan moet het nepvliegje verzwaard worden, bijvoorbeeld met een draadje.
Nieuwsgierig Aagje vond het een boeiend en interessant verhaal en kan zich heel goed voorstellen, dat het geweldig moet zijn om een dikke vis te vangen met een zelf gemaakt
(gebonden) vliegje.